Samenleving nog steeds niet toegankelijk
Van een samenleving waaraan iedereen ‘op voet van gelijkheid’ kan deelnemen, is nog geen sprake, terwijl Nederland zich hier met de ratificatie van het VN-verdrag Handicap in 2016 wel aan committeerde.
Vooral in de openbare ruimte of horecagelegenheden worden mensen met een lichamelijke beperking regelmatig onprettig behandeld. Dit kan gaan om starende blikken, ongeduld, respectloze opmerkingen of vragen en zelfs schelden. Geïnterviewden geven aan dat ze genegeerd worden, neerbuigend worden toegesproken of weinig bereidheid ervaren tot het doen van aanpassingen.
Praktisch
Terwijl supermarkten, overheidsgebouwen en online plekken vaak praktisch goed toegankelijk zijn, zijn sportclubs, horecagelegenheden en kleinere winkels dat vaak niet, onder andere doordat ze te krap zijn en weinig gericht op toegankelijkheid. Ook de openbare ruimte is niet goed toegankelijk omdat wisselende obstakels zorgen voor onvoorspelbaarheid en (een gevoel van) onveiligheid. Vooral in binnensteden zijn stoepen en pleinen moeilijk begaanbaar door historische bestrating en drukte.
Sinds het VN-verdrag Handicap van kracht werd, kwam er meer aandacht voor toegankelijkheid en werden ervaringsdeskundigen vaker betrokken. Of de toegankelijkheid van het publieke leven hierdoor verbeterde valt nog niet te zeggen.
Jaloers
“Het gaat zeker beter dan een aantal jaar geleden,” zegt Mirjam Boers van De Oogvereniging. “Maar van een volledige deelname aan de maatschappij is inderdaad nog geen sprake. Voor specifiek blinden en slechtzienden is er inmiddels wel een en ander verbeterd. Denk aan sprekende geldautomaten en een toename van het aantal toegankelijke websites. Maar ook de belijning op stations is hier in Nederland erg goed. Daar zijn ze in andere landen jaloers op.”
“Toch zijn er zeker nog verbeterpunten. Ik noem dan de digitale ‘corona’ gezondheidsverklaring, die niet toegankelijk is. Maar ook de plaatsing van aanmeldzuilen in onder andere ziekenhuizen, die voorzien zijn van een touchscreen. Uiteraard hangt de mate van waarop iemand mee kan doen, af van meerdere factoren. En de ene persoon zal het ook vervelender vinden dat ie niet zelfstandig kan stemmen bijvoorbeeld dan een ander. Maar het zou natuurlijk wel altijd voor iedereen mogelijk moeten zijn.”